Ontmoeting met Claude Vanheye
De kunstenaar en zijn werk
Afgelopen woensdag was ik bij de Affordable Art Fair in Amsterdam. Daar presenteren zo’n 70 gallerys hedendaagse kunst van beginnende artiesten en bekende kunstenaars. Alles tussen de prijsklasse van € 100,- tot € 5000,-, ‘affordable‘ wordt dat genoemd. Ik loop rond tussen de stands en kunstwerken, mijn hart wordt verwarmd bij het zien van een aantal sculpturen, ik laat me blij verrassen door mooie tekeningen. De kwaliteit is in mijn ogen zeer wisselend. Ik voel ook weerstand bij sommige kunstwerken, ik kan mij irriteren aan té makkelijk, te commercieel werk, waarbij ik even voel “oh ja, haha” en dan is het weer leeg. Zo is er veel collagewerk te zien: een foto van de skyline van Manhattan, Micky Mouse er in gephotoshopd een aantal kleurige strepen met verf erover en afgelakt met een centimeter dikke laag transparante lak. Ik noem dat gekscherend ‘grapjeskunst‘. Mooi hé, dat kunst dat kan doen?, dat kunst mag raken? Dan blijkt wel weer hoe smaakgevoelig kunst is. Wat wel gewaardeerd wordt en wat niet. En hoe subjectief dat is. En hoe menselijk?!
Met deze ervaring sta ik aan de bar van de naastgelegen horecagelegenheid en wacht rustig mijn beurt af tot ik een witte wijn kan bestellen. Aangezien het personeel totaal niet is ingesteld op zo’n toestroom van mensen duurt het wachten minstens een kwartier. Naast mij staat een Aziatische man, zwart halflang haar, rond de 60 jaar, vriendelijk uit zijn ogen kijkend. Hij is samen met een vriend. Ik had ze al zien lopen in de wandelgangen van de kunstbeurs. Ze waren mij al opgevallen, deden mijn fantasie alweer prikkelen. Wie zijn dat? Is het een stel? Zijn het vrienden? Zijn het kunstcritici, kopers?
“Zo, je moet hier wel erg lang wachten tot je aan de beurt bent, zeg”, zegt hij met een heerlijk Amsterdams accent. Waarop ik zeg: “inderdaad, maar we kunnen er ook iets van maken terwijl we wachten”. Waarop we beiden lachen! Er is chemie…
Hij stelt zich voor als Claude Vanheye. Mijn naam is Eelko van Iersel. “Heb je nog mooie dingen gezien hiernaast?”, vraagt Claude. Waarop ik mijn ervaringen deel zowel positief als negatief. “Ik word een beetje moe van al die ‘grapjeskunst'”, zeg ik. Waarop Claude vragend zegt: “kapperskunst?”. We lachen en discussiëren over de mogelijkheid om alleen maar kunst te presenteren in kapperszaken en kappers onderwerpen.
Claude Vanheye
Ik vraag Claude of hij nog iets bijzonders heeft gezien op de beurs? “Ik vond er niets aan, maar wat hier in de bar hangt vind ik het mooiste”, zegt hij. Ik herinner mij vaag een aantal foto’s van bekende popsterren, maar in mijn haastige spoed naar de bar zijn ze als een bliksemflits langs mijn ogen getrokken. “Die deden mij niet zoveel hoor” geef ik als reactie. Als snel wordt mij duidelijk dat deze foto’s gemaakt zijn door Claude en dat ik een heerlijke conversatie heb met fotograaf Claude Vanheye, die vorig jaar een overzichtstentoonstelling had in het Amsterdam Museum. Claude vertelt mij over zijn ervaringen en ontmoetingen met grote popsterren over de wereld. Zo maakte hij in de jaren 60 prachtige portretfoto’s van John Lennon en Yoko Ono, Donna Summer, David Bowie en Mick Jagger. Maar hij maakte niet alleen foto’s, hij raakte ook bevriend met deze artiesten, die graag op bezoek kwamen in zijn studio’s. Met allen bouwde hij een spirituele band op met wederzijds respect. Zo liep Claude in de 1977 met Michael Jackson door de Jordaan en schoot hij de wereldberoemde foto van Michael met Afro-kapsel en donker gelaat.
We hebben een heerlijke avond en spreken over de kunst, vriendschap, relaties, succes, ‘dat álles, werkelijk álles kon in de jaren 70 en 80’ én eenzaamheid. Het is een intieme ontmoeting waarbij alle betrokkenen door vreugde geraakt zijn.
Na mijn bezoek aan het toilet sta ik tegenover de foto’s van Claude, die getoond worden in deze expositie. Een intense blik van Jimi Hendrix staart mij aan. Hij is nog jong en vastgelegd op de gevoelige plaat. Ik voel de interactie tussen Jimmy en mij als toeschouwer en ik besef dat dit een werkelijk contact is geweest tussen Jimi en Claude. En zo sta ik ook voor de andere portretten. En besef hoe bijzonder het is dat Claude deze foto’s heeft gemaakt en dat dit een herinnering is aan ontmoetingen die er werkelijk zijn geweest. Intens en dierbaar.
Hoe zeer ik een voorstander ben dat kunst voor zichzelf moet spreken kan ik er niet omheen dat deze ontmoeting met Claude mij anders heeft doen kijken naar zijn prachtige en intense foto’s.